Het Arabisch komt van origine van het Arabisch Schiereiland. Met de verspreiding van de islam groeide ook het aantal mensen dat Arabisch sprak. Inmiddels is de taal met meer dan 300 miljoen sprekers een van de meest gesproken talen ter wereld. Het is dé taal in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Maar spreken al die mensen in die verschillende gebieden dan dezelfde taal? Stof die wereldbol maar af en ontdek welke verschillende Arabische dialecten er zijn.
Modern Standaard Arabisch
Zoals wij het Algemeen Nederlands hebben, heb je ook een algemene vorm van het Arabisch. Dit wordt het Modern Standaard Arabisch, of MSA, genoemd. In het Arabisch staat het MSA ook wel bekend als فصحى (IPA: fuṣḥā). Verrassend genoeg is het MSA helemaal niet zo nieuw of modern. De taal werd namelijk al in de achtste eeuw vastgelegd, en sindsdien is die nauwelijks veranderd.
In tegenstelling tot het Algemeen Nederlands is het Modern Standaard Arabisch een taal die voornamelijk wordt gebruikt in geschrift, en niet zo veel in gesprekken. Denk bijvoorbeeld aan kranten en literatuur. Het MSA keert in zekere mate ook wel terug in de gesproken vorm, zoals in het nieuws, op de radio en in toespraken. Ook op scholen wordt vaak onderwezen in het MSA, al kan daar lokaal van worden afgeweken. Onderlinge gesprekken, bijvoorbeeld bij de bakker of op de markt, worden daarentegen bijna altijd gevoerd in een dialect, een عامّيّة (IPA: ʿāmmīyya).
Het MSA wordt door velen beschouwd als een vorm van het Arabisch met veel aanzien. Het is de taal van machthebbers en intellectuelen. En vaak ook die van buitenlanders; als je Arabisch als vreemde taal leert, word je namelijk vaak het MSA aangeleerd! Dit betekent echter niet dat Arabischsprekenden je niet kunnen verstaan. Ze zullen je misschien een beetje vreemd aankijken omdat je best formeel spreekt, maar ze begrijpen je waarschijnlijk wel. Of jij hun antwoord ook begrijpt is weer een andere vraag. Als ze hun best doen om MSA te spreken komt dat wel goed, maar als ze in hun dialect antwoorden, is de kans groot dat je hen niet verstaat.
Dialecten
Door de arabisering van Noord-Afrika en het Midden-Oosten verspreidde de Arabische taal zich over een enorm gebied. Deze geografische verspreiding zorgde ervoor dat er verschillen ontstonden tussen de gesproken en geschreven taal, ondanks dat het Modern Standaard Arabisch nauwelijks veranderde. Maar vergis je niet: de varianten wijken niet alleen af van het MSA, er zijn ook onderlinge verschillen. Soms is dit enkel een klinker die zwakker of sterker wordt of de klemtoon die anders ligt, terwijl in andere gevallen hele woorden compleet anders zijn.
De Arabische dialecten worden ingedeeld in dialecttakken. Elke tak heeft een aantal dialecten die daaronder vallen. De meest bekende dialecttakken zijn de Maghrebijnse, Egyptische, Syrisch-Libanese en Irakese dialecten, en de dialecten van het Arabisch Schiereiland. Elke tak kreeg op een punt in de geschiedenis te maken met invloeden van binnen- of buitenaf, die veranderingen in de gesproken taal in het gebied teweegbrachten.
Maghrebijnse dialecten
De Maghrebijnse dialecten vind je in Noord-Afrika, van Marokko tot Libië. Deze dialecten zijn in eerste instantie beïnvloed door het Tamazight (Berbers), de taal die al werd gesproken in het gebied voordat het Arabisch daar arriveerde.
Het islamitische rijk had zich bovendien uitgebreid tot het Iberisch Schiereiland, wat voor een wisselwerking zorgde in het Spaans, Portugees en Arabisch dat daar werd gesproken. De moslims die daar woonden, vluchtten uiteindelijk vanwege de reconquista, de herovering van de regio door verschillende christelijke koninkrijken. Zij vestigden zich in Noord-Afrika, voornamelijk in het noorden van Marokko. Zo kwam hun taal, het Andalusisch-Arabisch, in aanraking met het Marokkaans-Arabisch en liet het zijn sporen achter voordat de taal grotendeels uitstierf.
Toen Europese mogendheden eeuwen later gebieden veroverden in Noord-Afrika, kwamen er ook invloeden bij van het Frans, Italiaans en Spaans. Het resultaat is dat er soms Arabische grammaticale constructies worden toegepast op woorden die hun oorsprong vinden in een van deze andere talen of dat Arabische woorden in een zin staan waarin juist de Franse, Italiaanse of Spaanse woordvolgorde wordt aangehouden. Zo bestaat er in de Maghrebijnse dialecten bijvoorbeeld een constructie voor ontkenning waarin een voor- en achtervoegsel worden gebruikt, net als in het Franse ‘ne … pas’. In het MSA wordt daarentegen een los woord gebruikt om een ontkenning aan te geven.
Egyptische dialecten
Zoals je kunt raden door de naam, worden Egyptische dialecten voornamelijk in Egypte gesproken. Ook in andere landen met grote gemeenschappen van Egyptische immigranten hoor je deze dialecten.
Het Egyptisch-Arabisch is in de ontwikkeling sterk beïnvloed door het Koptisch, een samensmelting van Grieks en het Demotische schriftsysteem uit het Oude Egypte. Dit was de omgangstaal in Egypte voordat Egypte onderdeel werd van het islamitische rijk. Het Arabisch vermengde zich met het Koptisch, en werd eerst voornamelijk als geschreven taal gebruikt. Later kreeg het Arabisch de overhand, en tegenwoordig wordt Koptisch enkel nog gebruikt in de koptisch-orthodoxe kerk.
Ten tijde van het Ottomaanse Rijk kwam ook het Osmaans Turks om de hoek kijken, en het Frans en Engels deden dat in het koloniale verleden van Egypte. Ook deze talen lieten hun stempel achter op het Egyptisch-Arabisch. De taal heeft namelijk honderden leenwoorden, waaronder de woorden voor ‘taxi’ (تاكسي, IPA: tāksī, van het Engels), ‘telefoon’ (تليفون, IPA: tilīfūn, van het Frans) en ‘tas’ (شنطة, IPA: shanṭa, van het Turks).
Syrisch-Libanese dialecten
De Syrisch-Libanese dialecten staan ook wel bekend als de Levantijnse dialecten. Deze dialecten vind je terug in Libanon, Syrië, Palestina en Jordanië.
Voordat de Arabische taal in de Levant terechtkwam, werd er Aramees gesproken. Net als het Arabisch is dit een Semitische taal die zijn oorsprong vindt in Noord-Mesopotamië en de Levant, een gebied dat nu Syrië, Libanon, Irak en het zuidoosten van Turkije omvat. Het is dan ook geen verrassing dat het Aramees de dialecten in deze regio heeft beïnvloed. De woorden voor ‘water’ en ‘hand’ in het Libanees-Arabisch stammen bijvoorbeeld af van de Aramese woorden hiervoor.
Onder leiding van het Ottomaanse Rijk heeft het Osmaans Turks ook leenwoorden achtergelaten, zoals de woorden voor ‘kamer’ en ‘lamp’. Na de val van het Ottomaanse Rijk kwam het gebied onder controle te staan van Groot-Brittannië en Frankrijk. Een voorbeeld van de invloed van het Frans in Libanon is de begroeting ‘bonjour’. Daar plakken ze een Arabisch persoonssuffix aan vast om het lijdend voorwerp aan te geven. Dan krijg je bijvoorbeeld ‘bonjourak’, dat letterlijk ‘goede dag aan/op jou’ betekent.
De verschillende talen hebben er ook voor gezorgd dat de grammatica van de dialecten afwijkt van die van het MSA. Als je in het Arabisch over of tegen twee mensen praat, gebruik je daarvoor doorgaans het werkwoord in de tweevoud, ook wel de dualis genoemd. In het Libanees-Arabisch is er echter geen dualis bij werkwoorden. In plaats daarvan wordt de meervoudsvorm gebruikt.
Irakese dialecten
Deze dialecttak bestaat uit variëteiten van het Arabisch die worden gesproken in Irak, het zuidoosten van Turkije, het oosten van Syrië, Koeweit en gemeenschappen van Irakese immigranten in andere landen.
De Irakese dialecten volgden het Syrisch-Aramees op als taal in deze omgeving en zijn daarnaast beïnvloed door het Sumerisch, Akkadisch, Perzisch, Turks en Grieks. De invloed van deze andere talen is goed terug te zien in bepaalde zinnen, zoals ‘hoe gaat het met jou?’ In het Irakees-Arabisch zou je dan شلونك؟ (IPA: shlūnak) zeggen, terwijl dat in het MSA كيف حالك؟ (IPA: kayfa ḥāluk) is. Je ziet al gelijk dat dit twee compleet verschillende zinnen zijn. Letterlijk betekenen ze ‘wat is jouw kleur?’ en ‘hoe is jouw toestand?’ respectievelijk.
Dialecten van het Arabisch Schiereiland
Op het Arabisch Schiereiland liggen Saoedi-Arabië, Jemen, Oman, de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar en Koeweit. Bahrein is een eiland bij de noordoostkust, en in het noorden liggen Irak en Jordanië deels op het schiereiland.
Van de dialecten die in deze landen worden gesproken, wordt ook wel gezegd dat zij het dichtst bij het Klassiek Arabisch zijn gebleven. Dat betekent echter niet dat er geen verschillen zijn. Zo heeft het Bahreins-Arabisch leenwoorden vanuit het Perzisch, Osmaans Turks, Urdu en Engels, zoals de woorden voor ‘wiel’ en ‘matras’. In het Golf-Arabisch, dat wordt gesproken rond de kusten van de Perzische Golf, zijn de persoonlijk voornaamwoorden juist net iets anders dan in het MSA.
Zo, nu we de vijf belangrijkste dialecttakken van het Arabisch hebben doorlopen, ben je op hoogte van een aantal verschillen tussen het MSA en de dialecten. Ken jij een paar woorden in het MSA? Maak je dan vooral geen zorgen, de meeste Arabischsprekenden zullen die wel begrijpen!